■ Opbellen
1. Open de telefoon en toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u een
onjuist teken intoetst, kunt u op
Wis
drukken om het teken te verwijderen.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op
voor het
internationale prefix (het + -teken vervangt de internationale toegangscode)
en toetst u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het
telefoonnummer in.
2. Druk op
om een nummer te bellen.
3. Druk op
of sluit de telefoon om het gesprek te beëindigen of het kiezen
te onderbreken.
Zie ook
Opties tijdens een gesprek
op pagina
45
.
Bellen met behulp van de lijst met contacten
• Zie
Zoeken naar een contact
op pagina
103
als u wilt zoeken naar namen of
telefoonnummers die u hebt opgeslagen in
Contacten
. Druk op
om een
nummer te bellen.
Uw voicemail bellen
• Houd
ingedrukt in de standby-modus, of druk op
en
.
Als het nummer van uw voicemailbox wordt gevraagd, toetst u dit in en
drukt u op
OK
. Zie ook
Spraakberichten
op pagina
88
.
A
lgemene
functies
43
Copyright
©
2004 Nokia. All rights reserved.