Nokia 7200 - Instellingen voor e-mail

background image

Instellingen voor e-mail

U kunt de e-mailinstellingen van de netwerkoperator of serviceprovider
ontvangen als OTA-bericht. Zie

Dienst voor OTA-instellingen

op pagina

40

voor meer informatie over het ontvangen van instellingen als OTA-bericht
(over-the-air).

De instellingen handmatig intoetsen

Druk op

Menu

en selecteer achtereenvolgens

Berichten

,

Berichtinstellingen

en

E-mailberichten

.

• Selecteer eerst

Actieve e-mailinstellingen

en activeer de set waarin u de

instellingen wilt opslaan. Selecteer

Bewerk actieve e-mailinstellingen

en

wijzig de actieve instellingen.

Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in.
Neem contact op met de netwerkoperator of e-mailprovider voor de
instellingen.

Mailboxnaam

. Toets de naam in die u voor de mailbox wilt gebruiken.

U kunt een willekeurige naam gebruiken.

E-mailadres

. Toets het e-mailadres in.

Mijn mailnaam

. Toets uw naam of chatbenaming in. Uw naam en het

e-mailadres worden weergegeven.

Uitgaande (SMTP) server

. Toets het adres van de server in.

Type inkomende server

. Selecteer

POP3

of

IMAP4

, afhankelijk van het

e-mailsysteem dat u gebruikt. Als beide typen worden ondersteunt,
selecteert u

IMAP4

. Als u het servertype wijzigt, wordt ook het

poortnummer voor inkomende e-mail gewijzigd.

background image

Menufuncties

94

Copyright

©

2004 Nokia. All rights reserved.

• Als u

POP3

hebt geselecteerd als servertype, worden de opties

Inkomende

(POP3) server

,

POP3-gebruikersnaam

en

POP3-wachtwoord

weergegeven.

Als u

IMAP4

hebt geselecteerd als servertype, worden de opties

Inkomende

(IMAP4) server

,

IMAP4-gebruikersnaam

en

IMAP4-wachtwoord

weergegeven.

Toets het adres in van de e-mailserver voor inkomende e-mail en toets
vervolgens de gebruikersnaam en het wachtwoord in voor de toegang tot
de mailbox. Als u geen

SMTP-gebruikersnaam

of

SMTP-wachtwoord

hebt

gedefinieerd, gebruikt de e-mailserver de POP3/IMAP4-gebruikersnaam
en het bijbehorende wachtwoord.

Overige instellingen

en selecteer:

Ondertekening bijvoegen

. U kunt een handtekening opgeven die

automatisch aan het eind van elke e-mail die u schrijft wordt
toegevoegd.

SMTP-verificatie gebruiken

. Als uw e-mailprovider verificatie eist

voor het verzenden van e-mailberichten, selecteert u

Ja

. In dat geval

moet u ook uw

SMTP-gebruikersnaam

en

SMTP-wachtwoord

definiëren.

SMTP-gebruikersnaam

. Toets de gebruikersnaam voor uitgaande e-mail

in die u van de e-mailprovider hebt ontvangen.

SMTP-wachtwoord

. Toets het wachtwoord voor uitgaande e-mail in.

Uitgaande (SMTP) poort

. Toets het nummer van de serverpoort voor

uitgaande e-mail in. De meest gebruikte standaardwaarde is 25.

background image

Menufuncties

95

Copyright

©

2004 Nokia. All rights reserved.

Als u

POP3

hebt geselecteerd als servertype, worden de volgende opties

weergegeven:

Inkomende (POP3) poort

. Toets het poortnummer in dat u van de

e-mailprovider hebt gekregen.

Antwoordadres

. Toets het e-mailadres in waarnaar antwoorden moeten

worden verzonden.

Beveiligde aanmelding

. Selecteer

Beveiligde aanmelding aan

als voor

de verbinding een gecodeerde aanmelding nodig is. Als dit niet het
geval is, laat u

Beveiligde aanmelding uit

ingeschakeld. Raadpleeg

de serviceprovider als u niet zeker bent. Het gebruik van gecodeerde
aanmelding verhoogt de veiligheid voor gebruikersnamen en
wachtwoorden. De beveiliging van de verbinding zelf wordt hierdoor
niet verhoogd.

E-mails ophalen

. Geef het maximale aantal e-mailberichten op dat

u per keer wilt ophalen.

SMTP-verbindingsinstellingen

. Definieer de verbindingsinstellingen

voor uitgaande e-mail.

POP3-verbindingsinstellingen

. Definieer de verbindingsinstellingen

voor inkomende e-mail. Zie

De dienstinstellingen handmatig intoetsen

op pagina

171

.

Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in.
Raadpleeg de e-mailprovider voor de instellingen.

background image

Menufuncties

96

Copyright

©

2004 Nokia. All rights reserved.

Als u

IMAP4

hebt geselecteerd als servertype, worden de volgende

opties weergegeven:

Inkomende (IMAP4) poort

. Toets het poortnummer in dat u van de

e-mailprovider hebt gekregen.

Antwoordadres

. Toets het e-mailadres in waarnaar antwoorden moeten

worden verzonden.

E-mails ophalen

. Geef aan hoeveel e-mailberichten u per keer wilt

ophalen.

Ophaalmethode

. Selecteer

Laatste e-mail

als u alle nieuwe

e-mailberichten wilt ophalen of selecteer

Laatste ongelez.

als u alleen ongelezen e-mailberichten wilt ophalen.

SMTP-verbindingsinstellingen

. Definieer de verbindingsinstellingen

voor uitgaande e-mail.

IMAP4-verbindingsinstellingen

. Definieer de verbindingsinstellingen

voor inkomende e-mail. Zie

De dienstinstellingen handmatig intoetsen

op pagina

171

.

Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in.
Raadpleeg de e-mailprovider voor de instellingen.